Eerder schreef ik al over de bijzondere reis die ik in september maakte, aan de Côte d’Azur. Niet een standaard reis, maar ver buiten de gebaande paden. Samen met een vriendin liep ik 20 kilometer per dag, om de mooiste plekjes te ontdekken. Ik ben trots op wat ik allemaal vond, maar gun jullie zeker zo’n reis. Vandaar dat ik in een 3-delige serie in detail deel wat we deden, zagen, voelden. Zodat jij deze reis ook kunt maken!

Vandaag: deel II. Voor deel I, klik hier.

 

Jour 3

 

Een beetje pijn doet het wel, om het vredige dorp Sainte-Agnes die ochtend ‘voorgoed’ te verlaten. Maar we zullen er ooit terugkeren, beloven we elkaar. Met nieuwe energie op zak wandelen we richting het dorp Gorbio, 4 kilometer verderop, wat vandaag onze eerste bestemming is. Om deze plek te bereiken struinen we over beboste paden, wat het wandelen avontuurlijk maakt. Vlak voor het dorp passeren we een kapel, die al net zo mooi is als de bestemming zelf. Dit lieflijke plaatsje maakt deze reis alweer bijzonder. We slenteren wat rond, aanschouwen oude Franse opaatjes en omaatjes en een rouwstoet, genieten van de zon en trekken een uur later verder. Op zoek naar het vervolg van ons GR-pad.

Roquebrune-cap-Martin is de volgende bestemming van deze dag. We hadden beiden niet echt een verwachting van de reis, dachten eerder dat we over ‘normale’ wegen van plek naar plek zouden trekken. Wegen waarop ook auto’s rijden, bedoel ik dan. Maar dat is tot nog toe weinig het geval. Zo ook wanneer we naar Roquebrune lopen. Enkele meters buiten Gorbio moeten we de hoogte weer in, via een soort heidepad met hoge bomen. Het wordt bijna saai, maar ook hier hebben we een magisch uitzicht over de kustlijn van de Côte d’Azur.

Voor we het mondaine Roquebrune bereiken, wacht er nog een hindernis op ons. Het GR-pad dat we lopen wordt geblokkeerd door een immense boom, die vermoedelijk tijdens een storm is omgevallen. Een vervelende situatie wanneer je écht geen held bent in dit soort situaties, de enige manier om dit te ontwijken is namelijk omkeren en de hele route teruglopen. Dat is niet wat we willen, en dus klauteren we over de boom heen. Eerst mijn vriendin, dan de tassen, dan ik. Het houdt ons in ieder geval scherp!

Na nog wat kilometers (we lopen er zo’n 20 per dag) komen we totaal uitgeput aan in Roquebrune. Onze  tongen glijden haast over de grond, op zoek naar een koude Orangina… Die vinden we uiteindelijk op het terras van restaurant La Grotte, gelegen aan een plein met zicht op het hotel Vista Palace (en uiteraard op zee), wat op de punt van een rots gebouwd is. De ober lacht om onze gemoedstoestand. We zitten, misschien ietwat asociaal, compleet onderuitgezakt op de loungebank van het terras. We moesten wel… Na een pauze (die we dus heel hard nodig hadden!) nemen we de bus naar Menton, waar we die avond slapen. We moeten trouwens wel anderhalf uur op het buurtbusje wachten. Maar hee, dat is in deze omgeving duizend maal minder erg dan in Nederland! Een beetje bijbruinen in de zon, bootjes kijken op zee…

In Menton slapen we in een simpel, goedkoop hotelletje in het oude centrum. Het is er schoon, wat voor ons het voornaamste is. We hoeven geen luxe, aangezien we toch de hele dag de hort op zijn. En het beste van al: de ligging! We droppen onze spullen en trekken de deur achter ons dicht, lopen langs de winkeltjes het strand op. Hier eten we ons gehaalde avondeten op, terwijl de zon achter de bergen verdwijnt. Ook Menton heeft onze harten veroverd.

 

 Jour 4

 

Hurrrry up! Vandaag vroeg dag, omdat we niet starten met lopen in Menton, maar in Eze. Oftewel: we moeten de trein nemen naar ons beginpunt. En omdat we niet weten hoe laat en hoe vaak de treinen rijden, besluiten we maar extra vroeg op pad te gaan om niet teveel tijd te verliezen. Het is gelukkig niet heel ver, het traject Menton-Eze. Na ongeveer een half uurtje treinen stappen we uit bij het zonnige gare SNCF Eze-sur-Mer.

Vandaag staat er een wandeling naar Eze-Village op de planning, en vanuit daar een tocht nog verder de hoogte in. De tocht naar Eze-Village blijkt al gauw een pittige. Het dorp ligt op een hoogte van 429 meter, en er loopt vanaf zeeniveau een speciaal wandelpad naartoe. Puur klimmen dus! Maar dat is in dit geval geen ramp, al na een paar meter is het uitzicht namelijk fenomenaal. Je kijkt de gehele tocht uit op de mediterrane kust van Frankrijk. Het dorp Eze-Village zelf is ook prachtig en zeker een bezoek waard. Hierover zal ik nog een speciale blog schrijven.

Veel vrienden en kennissen van ons hadden niet echt een idee van wat we nu werkelijk gingen doen in Frankrijk. Wandelen? Klinkt leuk. Tsja, leuk. Het was niet leuk, het was namelijk geweldig! Dat wisten die mensen vooraf niet, maar wijzelf ook niet. Ik had de tocht uitgestippeld, alle hotelletjes vooraf geboekt… Maar wat we konden verwachten? Nee, geen idee. Het was duizenden malen mooier dan we hadden durven dromen, maar ook duizenden malen zwaarder. Dat gold voornamelijk voor de tocht van Eze-Village naar het Fort de la Revère.

We verlaten het dorp, op zoek naar het bordje dat het vervolg van onze wandelroute aanwijst. Dat is even zoeken, terwijl het eigenlijk zo simpel is. Bij het Office du Tourisme rechtsaf, et voila, daar staat ie! Om maar gelijk even terug te komen op dat zware, wat vooral voor deze dag gold… We klimmen na ons bezoek aan Eze-Village verder de hoogte in, naar het Fort de la Revère en de top van de Forma (610 m). Lijkt niet zo’n issue, die paar honderd meter extra omhoog, maar… De paadjes zijn hier slechter, smaller, steiler en enger dan ooit. Voor het eerst deze reis staan mijn reisgenoot en ik doodsangsten uit. Oké, oké, we weten heus wel dat we niet doodgaan, en dit is wat overdreven, maar ja: we waren wat bang.

Eenmaal die verschrikkelijke paadjes gepasseerd, komen we weer op een normaal wandelpad. We lopen langs villa’s met zwembaden en zicht op de baai van Eze-sur-Mer. Weer verder komen we weer op bergpaadjes terecht en na lang ploeteren en klauteren bereiken we de top en het Fort de la Revère. We ploffen neer op het grasveldje wat ernaast ligt en kijken uit over een prachtige kustlijn (wordt dit al saai? In het echt niet hoor!). Even de ogen sluiten, genieten van enkel het geluid van vogels en een vijftal andere wandelaars… Hemels.

Na een picknick-onderbreking op de top van de berg lopen we verder, want boven op de top kunnen we natuurlijk niet overnachten. Onze eindbestemming van vandaag: La Turbie, ook wel het Turbodorp door ons genoemd. We kunnen na al dat klimmen wel wat mentale turbo gebruiken, namelijk. Het stuk van het Fort de la Revère naar La Turbie is wederom bijzonder. Het is vrij vlak, dus we lopen lange tijd hoog boven zeeniveau. Door tunneltjes, langs tuintjes, met machtig zicht op berglandschappen. Pas wanneer we het dorp La Turbie in ons vizier hebben, starten we met dalen. Die beenspieren van ons kunnen inmiddels wel tegen een stootje…

La Turbie is voor ons niet het dorp dat de show steelt. Misschien komt het doordat we uitgeput zijn, misschien door de drukte… Bussen en auto’s razen erdoorheen. Het haalt het niet bij het lieflijke Gorbio of het romantische Eze. Eigenlijk zouden we vanuit La Turbie doorlopen naar Monaco, wat nog ‘slechts’ drie kwartier lopen is… Maar we besluiten het te laten voor wat het is. De buurtbus mag ons naar Monaco brengen, vanwaar we de trein nemen naar het naastgelegen Cap d’Ail. Hier slapen we vannacht, in het hostel Villa Thalassa. We zijn kapot, kunnen nog net genieten van de intense schoonheid van dit hostel, maar om 21.30 uur kruipen we toch echt op ons stapelbedje.

bijzreis11

Wordt vervolgd…

Laat een Reactie achter

  1. Frans Loing

    Als oompie van Linda heb ik weer genoten van jullie reisverslag.
    Schitterend geschreven en als liefhebber van dit soort tochten in mijn jonge jaren in mijn geboorteland Indonesië, herleef ik al die verassende en spannende momenten wederom.
    De mooie fotos maken je verhaal compleet.
    Chappeau!!

    1. Rosanne Bedrijfseigenaar

      Merci bien Frans, wat een leuke comment!

    2. Linda

      Zo grappig, ik zie dit bericht nu pas! (even de reis herbeleven, dankzij jouw verhalen…)

  2. Nienke

    Dit klinkt erg mooi en vrij. Lijkt me zo geweldig om zoiets te doen. Even lekker uitwaaien, alles even vergeten en genieten van de prachtige omgeving en het weer.