Door gastblogger en vriendin Linda.
Voor Bonjour Frankrijk reist Rosanne langs de mooiste plekken van het land. Maar hoe verloopt dat nou, zo’n reis? Een kijkje achter de schermen in deze terugkerende gastblog: en route langs de Gorges du Tarn, door vriendin Linda. Deel II: Ispagnac en Quezac.
Onze route langs de Gorges du Tarn is begonnen in Florac. Van Florac zullen we via het dorp Ispagnac naar Quézac lopen, iets meer dan tien kilometer in totaal. Daar zullen we overnachten in Maison de Marius, een chambre d’hôte waar het goede leven voorop staat. Maar voor Rosanne en ik daarvan mogen genieten is er werk aan de winkel: er moet gewandeld worden!
Rosanne na een intensieve wandeldag in Quezac
Stijgen en dalen
Wat is dat wennen zeg! Om me voor te bereiden op deze reis heb ik de afgelopen maand elke avond een stuk gewandeld, maar het vlakke landschap van Nederland is niet te vergelijken met het stijgen en dalen dat we hier doormaken. Het is die eerste dag wat onwennig: een ritme zoeken, je rugzak goed afstellen, een flesje water in je hand nemen of toch liever in je tas? Zullen we de route kunnen vinden?
We lopen tussen de dennenbomen en ik waan me soms eerder in een bos dan op de rotsen van de Gorges du Tarn, dankzij de dennengeur en het vele groen om ons heen. De rivier stroomt onder ons, laat zich af en toe horen, lijkt dan weer erg ver weg om vervolgens in een schitterend panorama tevoorschijn te komen. Aan de overkant ligt de autoweg: wij lopen in een natuurgebied dat je slechts op enkele plekken kunt bereiken, via de bruggen die de beide zijden van de Gorges met elkaar verbinden.
Dromen worden werkelijkheid: Quézac
Wanneer je zoals wij in westelijke richting loopt, liggen aan de rechterkant van de Tarn de wat grotere plaatsen, zoals Ispagnac. Aan ‘onze’ kant passeren we de kleinere dorpen, die soms lijken te bestaan uit slechts drie huizen en een geit. Quézac, langs Ispagnac te bereiken via de oudste brug uit de streek, is gelukkig iets groter dan dat. In het charmante dorpje staan overal bordjes met ‘chambre d’hote’ die ons naar Maison de Marius brengen.
Quézac is het geboortedorp van Dany Méjean, de uitbaatster. Samen met haar (inmiddels overleden) man verhuisde ze ooit naar grotere steden in Frankrijk. Toch bleef er iets knagen: ‘Ik miste mijn dorp en mijn roots. Toen kreeg ik de mogelijkheid om terug te keren naar Quézac en een droom werkelijkheid te laten worden: het opzetten van een chambre d’hote.’ Ze zou het niet meer willen missen:
‘Je suis heureuse d’avoir trouvé beaucoup d’amis, ils m’apportent la douce musique de leurs voyages dans les pays lointains, ce qui me permet de voyager par procuration. Ils sont pour moi la récompense de ma vie.’
Rosanne en ik worden hartelijk ontvangen. ‘La jeunesse!’ roept ze uit. Oké, onze jeunesse wijkt inderdaad wel een beetje af van het publiek dat ze meestal ontvangt. Naast ons is er een andere groep wandelaars, van wie vrijwel iedereen met pensioen is. Als we even later aan de grote eettafel schuiven, blijkt iedereen benieuwd te zijn naar ons verhaal. Of Rosanne en ik ons even willen voorstellen?
Tijdens het diner krijgen we gebakken forel voorgezet. De forel – die de dag ervoor nog in de Tarn zwom – mag slechts onder strikte omstandigheden worden gevangen bij de Gorges du Tarn. We praten over de natuur, over wandelen, over de verschillen tussen Nederland en Frankrijk. Naarmate de wijn vloeit wordt de stemming opperbest: Jean, Dany’s metgezel, pakt zijn accordeon en samen met een van de wandelaars die een mondharmonica in zijn bezit heeft spelen ze de rest van de avond Franse chansons. Het is al middernacht als we uiteindelijk vermoeid maar tevreden ons bed in rollen.
Super leuk dame(s)! Zo leuk ook om nieuwe plekken te ontdekken en mensen te ontmoeten.
Dat filmpje <333 wauw wat is het daar prachtig zeg, moet echt fantastisch geweest zijn!
Wauwie. Leuk geschreven lin.
Whiii wat lief!
Over een jaar of veertig zitten jullie daar ook, enthousiast jonge avonturiers op te wachten met een accordeon en Franse chancons 😉 Het lijkt me geen hel om daar met je pensioentje te zitten!
Wij gaan dit jaar naar de Tarn. We gaan die dorpjes wel opzoeken. Wij houden van natuur, rust, en ruimte. Ook met onze kano hebben we al heel wat plezier beleefd op dit soort rivieren.
Jullie maken ook altijd vanalles mee he met zn tweetjes. Die chansons.. lijkt me echt geweldig sfeervol om mee te maken. 🙂
[…] onze derde wandeldag zullen we vanuit Blajoux naar Sainte-Enimie lopen, een van de bekendere dorpen aan de Tarn. De route loopt langs het […]