Île de Noirmoutier: eiland van eb en vloed

Een autoweg die ’s ochtends en ’s avonds onder water ligt, maar in de middagen een prima doorrijroute is. Ooit van gehoord? Het is de werkelijkheid van het eiland Noirmoutier in West-Frankrijk.

Idyllisch plekje op een eiland

 

De knettergekke Française die ons over het eiland rijdt, met een bos krullen en energie zoals Melanie B. van de Spice Girls het had, zegt geen grapje te maken. We moeten vanmiddag echt op tijd bij de beroemde autoweg Passage du Gois zijn, anders zie je ‘m niet meer liggen. Eh, oké.

Gelukkig neemt ze ons eerst even mee naar een idyllisch plekje aan het strand voor een lunch, want mijn maag begint geluiden te maken. La Plage de Jules wordt het, waar we net als de Fransen even een paar uur doorbrengen voor ons middagmaal. Met wijn, veel wijn, en oesters, krab, kreeft en alle andere vissen die ik nooit eerder at. Gelukkig staat ook op zo’n moment een gids me bij… (Want hee: hoe was jullie eerste ervaring met oesters en al dit soort ingewikkelde vissen? Vast niet minder klungelig dan de mijne! Hoop ik dan maar.)

 

Zoutwinning en fleur de sel

 

Île de Noirmoutier is een eiland dat op een ruim uur rijden van Nantes ligt, in de regio Vendée. Het staat vooral bekend om haar zoutwinning en om de eerder genoemde Passage du Gois. Naast de passage heeft ook de zoutwinning alles te maken met het fenomeen eb en vloed. Onze gids rijdt ons langs lieflijke kleine ‘zouthuisjes’ waar de zoutboeren werken en hun oogst verkopen.

“In de zomermaanden werk ik van ’s ochtends tot ’s avonds laat, omdat de productie in de winter stil ligt”, vertelt één van de boeren. “Ik stel me erop in en vind het geen punt. In de winter pak ik mijn rust en geniet ik van de vrijheid op het eiland.” Ik koop nog gauw een potje fleur de sel voordat we verder rijden, omdat ik toch te doen heb met deze man. Hard werkend in de brandende zon, terwijl iedereen om hem heen vakantie viert.

 

 Passage du Gois: de weg die iedere dag verdwijnt…

 

Passage du Gois. De weg waar veel om te doen is, waar het eiland toch enigszins om bekend staat. Het is de oversteek die het eiland verbind met het dorp Beauvoir-sur-Mer op het vasteland. Twee keer per dag wordt deze 4,5 kilometer lange oversteek overspoeld door hoogwater, en nee: dan moet je er dus niet met je auto op te vinden zijn. Betekent overigens niet dat je tijdens die uren op het eiland vast zit, want 40 jaar geleden besloten de bewoners van Noirmoutier dat het wel prettig zou zijn als er ook een andere manier zou komen om het eiland te verlaten of op te komen. En dus is er ook een brug, die de verbinding tussen het eiland en het vasteland regelt.

Toch is het bij de Passage du Gois nog altijd een drukke bedoeling op de weg. Hij mag gebruikt worden tot 1,5 uur voor en na laagwater, omdat het ineens zeer snel kan gaan en het gevaar groot wordt. Of er weleens mensen vast staan in het water? “Genoeg!”, lacht onze gids. “Vooral ook hardlopers, die denken nog wel even te kunnen oversteken. Niet slim natuurlijk, gewoon niet doen. Je bent hier nog altijd op een eiland!”