Houden van Frankrijk betekent niet automatisch dat je een talenknobbel hebt: het kan nog best lastig zijn om la belle langue onder de knie te krijgen. Een tip om thuis te oefenen: lees Le petit Nicolas, over het bekendste jongetje van Frankrijk.

Nicolas – in Nederland ook wel bekend als De kleine Nicolaas – is een jongetje dat in de jaren ’50 in Frankrijk op school zit. Hij is enig kind, maar dat deert hem niet: samen met zijn vriendjes beleeft hij de gekste avonturen. Niet zelden leidt dat tot een complete chaos waarbij de volwassenen met de handen in het haar zitten. De kinderen? Die vermaken zich prima en zijn zich van geen kwaad bewust.

Leesplezier voor alle leeftijden

Is je Frans nog niet zo goed of voel je je onzeker over je tekstbegrip? De verhalen rondom Nicolas zijn ideaal om mee te oefenen. Omdat de boeken qua taalgebruik en grammatica gericht zijn op kinderen, zijn ze gemakkelijk te begrijpen. Laat je niet afschrikken door het idee dat Le petit Nicolas een kinderboek zou zijn – ook als volwassene kun je er veel plezier aan beleven. Het knappe van de verhalen rondom Le petit Nicolas is dat ze een subtiele humor bevatten die voor alle leeftijden leuk is. Kinderen zien in Nicolas een lotgenoot, een held misschien: hij ondermijnt op herkenbare wijze samen met zijn vrienden de autoriteit van volwassenen en kan maar niet begrijpen waarom die volwassenen zich toch altijd zo druk maken. Als volwassen lezer vind je allerlei knipogen in de tekst die je als kind waarschijnlijk niet opmerkt. Binnen de jeugdliteratuur wordt dit ook wel ‘dubbele geadresseerdheid’ genoemd: het vermogen om zowel jong als oud aan te spreken. Maar hé, we zijn hier niet bij een literatuurcollege (excuses, beroepsdeformatie) – tijd om eens een voorbeeld te geven!

petit-nick

Was het nou Camembert of Roquefort? In het verhaal On a eu l’inspecteur bezoekt een inspecteur de school van Nicolas. Hij vraagt Rufus, een van de vrienden van Nicolas, om te vertellen over de fabel Le corbeau et le renard van Jean de la Fontaine, de raaf en de vos. Rufus legt uit: ‘C’était l’histoire d’un corbeau qui tenait dans son bec un roquefort.’ Een verbaasde reactie van de inspecteur, want De la Fontaine heeft het over kaas, toch niet specifiek over Roquefort? Klasgenoot Alceste is het er ook niet mee eens: ‘Mais non, c’était un camembert’. Hét startsein voor een grootschalige klassendiscussie: het kan toch geen camembert zijn, want camembert stinkt – oké, camembert stinkt, maar smaakt wel lekker – en trouwens, een geur wil niets zeggen want zeep ruikt lekker maar smaakt vies… De inspecteur ontvlucht haastig de chaos en laat de lerares nog gauw weten veel respect voor haar te hebben. Nicolas begrijpt dat helemaal: ze mag trots zijn op deze voorbeeldige, verstandige klas. Het is een voorbeeld van een situatie zoals je ze wel vaker terugvindt in de verhalen rondom Nicolas.

Spreekt het je aan, dan kun je je hart ophalen: naast de eerste bundel, Le petit Nicolas, zijn er nog verschillende boeken verschenen.

L’histoire du petit Nicolas

Die kleine Nicolas is inmiddels cultureel erfgoed geworden. Frankrijk maakte voor het eerst kennis met hem in de jaren vijftig, toen zijn verhalen in feuilletonvorm in de krant verschenen. Nicolas werd zo populair dat de verhalen algauw in boekvorm werden gebundeld. Zijn bedenkers zijn René Goscinny, die je wellicht kent van zijn verhalen over Astrix en Obelix, en illustrator Jean-Jacques Sempé. Sindsdien zijn generaties Franse kinderen met Nicolas opgegroeid. Ook in Nederland is Nicolas geen onbekende: heb je Frans gehad op de middelbare school, dan is de kans groot dat je al eens iets over hem hebt gelezen. En mocht je niet van lezen houden: over Nicolas zijn ook verschillende films gemaakt.

Amusez-vous!

Goscinny & Sempé – Le petit Nicolas
Prijs afhankelijk van editie
Koop ’m in je boekhandel of bestel online

Laat een Reactie achter