Sainte Agnes: lieflijk dorpje aan de Côte d’Azur…
We kennen allemaal het clichébeeld van de Côte d’Azur: die kraakblauwe zee en vooral heel veel luxe. Ferrari’s die door Monaco scheuren, mensen met dure hoeden op hun hoofd… Maar wie verder kijkt dan Saint-Tropez en Monaco zal beamen: eigenlijk valt het allemaal wel mee. Natuurlijk zijn er in Saint-Tropez plekken waar je acht euro voor een kopje thee betaalt (au!), maar er is meer dan dat…
In diezelfde Côte d’Azur ligt namelijk ook het dorpje Sainte-Agnes. Het hoogst gelegen kustdorp van Europa, op 750 meter hoogte. Wie dit dorpje bezoekt zal toegeven dat de luxe van de Côte d’Azur hier ver te zoeken is. Het dorp kan bezocht worden per bus of auto, de auto kun je vlak voor het dorp parkeren op een plein met uitzicht op een machtig berglandschap. Wat een binnenkomer!
Om Sainte-Agnes te betreden loop je vanaf het parkeerpleintje nog enkele meters omhoog. Een klein dorpsplein is het entree. Op dat dorpsplein een winkeltje en een kerk, verder niets. Er is hier weinig te halen, eenvoud is het steekwoord van Sainte-Agnes. Wat hier wel te halen valt: de puurheid van Frankrijk. Op het dorpsplein kom je enkel een paar oude Franse dametjes en heren tegen, druk in gesprek met elkaar.
Je moet je wel beseffen: er valt hier écht niet veel te halen. Het dorp zelf is prachtig en zeker een bezoek waard. De smalle straatjes geven een soort Efteling-gevoel en het uitzicht vanuit het dorp op de bergen, de zee en een deel van Italië is fenomenaal. Maar een culinaire lunch, dat zit er niet in. Er bevind zich één hotelletje in de smalle steegjes, Le Saint-Yves. Hier kun je uiteraard een avondmaal krijgen, maar ook dit is geen culinair hoogstandje.
Sainte-Agnes is voor de doorsnee vakantieganger misschien niet de juiste verblijfsplaats, omdat er zo weinig te halen en te doen valt. Een dagje zou natuurlijk wel kunnen, vanuit Menton rijdt er een bus naar boven die u binnen een kleine vijftien minuten en voor 1,50 bij het dorp afzet. Echter, voor de wandelliefhebber is dit dorp een geweldige verblijfsplek. Enkele meters buiten het dorp staat een kapel. Bij die kapel staan vervolgens tientallen bruine wandelbordjes, die in alle richtingen wijzen. Zo kun je bijvoorbeeld een dag de naastgelegen berg Cime du Baudon beklimmen, 1264 meter hoog. Over deze klim zal ik later nog een blog schrijven.
Al met al: Sainte-Agnes is een bijzonder karakteristiek dorp. Zo puur, zo mooi in zijn eenvoud. En prachtig voor de natuurliefhebber. Ik raad het aan om, mocht je in de buurt zijn, hier zeker een bezoek aan te brengen. En maak vooral ook eens een praatje met de vriendelijke opa’s en oma’s die in het dorp rondhangen. Zij zullen het waarderen dat je een bezoek brengt aan het dorp.
Wanneer gaan we terug? Het is fantastisch daar!
Dan ga ik mee!! Hihi je schrijft heelijk Roos!
Ben in 1983 al 2 weken in Sainte-Agnes geweest met vrienden. Twee weken in een appartement in de kerk gebivakkeerd. Mijn man en ik sliepen in de klokketoren. Vlak onder de klokken die 2 keer per dag, 8 uur in de ochtend en 7 uur in de avond automatisch gingen luiden. Van uitslapen kwam niet veel. Het was toen een kunstenaarsdorp met veel galerietjes. Toen 1 hotel waar je wat kon eten, een bakker en een gezellige kroeg van Monsieur Tibert. Een totaal relaxte man die zich nergens druk om maakte. We hebben hele fijne weken gehad. 9 km kronkelweg naar Menton. De jongens hadden hun racefietsen meegenomen en hebben zich suf gefietst
daar. Ook heel veel gewandeld want de natuur is prachtig. Kortom, een aanrader.